Kynologisch Advies
Voor meer plezier met een hond

Sporthonden en hun voeding

Een groot deel van de mensen in Nederland beoefenen één of meerdere hondensporten met hun hond. Hondensporten kunnen onderverdeeld worden op basis van het energieverbruik van de hond tijdens deze sport.

Sprint

Kortdurende krachtsexplosie. Het meest extreme voorbeeld hiervan zijn de windhondenrennen. Hierbij ontwikkelen de honden in een hele korte tijd grote snelheid. De tijdsduur waarin ze deze prestatie leveren is in verhouding zeer kort (minuten).

Intermediate

Middelmatige activiteit duur (minuten tot uren) met over het algemeen meerdere officiële piekmomenten per wedstrijd, zoals bij “agility”, “dogfrisbee” en jachthondenproeven. De tijdsduur van deze sporten is langer dan bij de sprintsporten.

Endurance

Langdurende zware activiteit (uren of soms zelf dagen achter elkaar). Het meest extreme voorbeeld hiervan zijn de dagenlange sledehondenraces.

Net als bij menselijke sporters zijn bij een sporthond meerdere factoren van belang om goed te kunnen presteren.
Genetische factoren spelen hierbij een grote rol, daarnaast moeten honden voldoende spieropbouw (training) en een ideale lichaamsconditie (BCS) hebben. De gezondheid is “key”; zowel mentaal (let op stress) als fysiek!

In het lichaam van de hond (of willekeurig welke sporter) zijn er 2 typen energiesystemen die brandstof verbranden in de spieren waardoor er een sportactiviteit uitgevoerd kan worden. Gedurende de eerste minuten van een sportprestatie krijgen de spieren van het lichaam hun energie vooral uit het verbranden van koolhydraten met behulp van zuurstof. Dit noemen we de aerobe verbranding. Afhankelijk van het trainingsniveau en het soort activiteit dient het lichaam vroeg of laat over te schakelen op anaerobe verbranding waarbij geen zuurstof verbruikt wordt. Hierbij worden vooral vetzuren, verkregen uit vet, als grondstof gebruikt.

Hoe kun je als eigenaar de ideale condities scheppen om je sporthond zo optimaal mogelijk te laten presteren?

Allereerst is het van belang om een goede opbouw en onderhoud van het bewegingsstelsel te bewerkstelligen. Training en voeding zijn hierbij van essentieel belang! Door een regelmatige training verbetert bovendien de turnover van de rode bloedcellen in het lichaam van de hond. Op deze wijze maakt de hond maximaal gebruik van de zuurstofopname. Training bevordert het aanleggen van een voorraad van de energiebronnen. De botmassa verdicht zich bij een regelmatige training, de hartslag verlaagt zich en de hond weet beter raad met de overstap van aerobe naar anaerobe verbranding. De hond kan door training een betere prestatie leveren en heeft bovendien minder risico op blessures.

Tijdens het beoefenen van een sport verbruikt de hond veel vocht. Daarom is het verstandig de hond vóór de activiteit een vochtreserve aan te laten leggen en er bovendien voor te zorgen dat er voldoende drinkwater beschikbaar is ná de inspanning.

Aangetoond is dat tijdens een zware activiteit honden met een lege dikke darm 2 keer zo goed presteren als honden met een volle darm. De dag voor de te leveren prestatie kunt u de hond wat meer voeding geven (tot 24 uur van te voren). Op de dag van de prestatie is het niet verstandig de hond (teveel) te voeren. Tussen de te leveren activiteiten gedurende de wedstrijddag is drinkwater belangrijker dan voeding. Wees voorzichtig met het geven van koolhydraatrijke producten tussen de activiteiten. De spieren van de hond hebben daardoor de neiging om in “herstelstand” te gaan.

Na de laatste activiteit is het voor het herstel van de hond belangrijk binnen 45 minuten voeding en water te geven. De hond mag echter niet meer hijgen. Deze 45 minuten zijn namelijk hét moment waarop de spiercellen openstaan voor het opnemen van herstelstoffen.

Bij sporten als “agility” en “dogfrisbee” volstaat meestal om een onderhoudsvoeding te geven. Bij sporten met een hogere intensiteit en in individuele gevallen kan het nodig zijn om over te schakelen op een voeding voor sporthonden.

Swanneke Hendriks en Monique du Bois
9 januari 2014